Bijbel-geloof en Bijbel-kritiek – Prof. Bettex – 1907
De schrijver F. Bettex (1837 – 1915) van dit krachtige boek toont zijn onwankelbaar geloof in de Schepper van hemelen en aarde, in de Auteur van de Bijbel, in God Zelf, die hij onder andere aanduidt als “Jehovah-Christus”. De enige Ware God, aldus ook Prof. F. Bettex.
Hij maakt korte metten met de ruim 100 jaar geleden al groeiende kritiek op Gods Woord, de Bijbel. Het stelselmatig ontkrachten van wat God geschreven heeft omtrent Zijn Plan, is hem, net als de hedendaagse Bijbelgetrouwen, een doorn in het oog, zo wordt in het boek “Bijbel-geloof en Bijbel-kritiek” goed duidelijk. Bettex:
Óf de Bijbel óf de kritiek is een grote leugen
“Wat zullen wij, die nog ten volle aan de ganse Bijbel geloven, tegenover zulke troosteloze toestanden nu doen? Hoe moet tegenover die aanbruisende stroom onze houding zijn? Dat moet ons helder worden. Die zaak moet tot beslissing komen. Het geldt niet meer twijfelachtige plaatsen, verschillende lezingen, zelfs niet de echtheid van dit of dat boek, niet meer deze of gene bijzonderheid, maar het geheel, het geldt ja of neen.
Zoals de zaken nu staan, is óf de Bijbel, óf de kritiek een grote leugen. Wij kennen thans deze kritiek. Wij weten wat zij leert, en wat zij wil. Zij wil met behulp der wetenschap en van het verstand de Bijbel opruimen, om op de leeg gelaten plaats een moderne religie der platte moraal op te bouwen. Ook wij moeten weten wat wij willen, en het is tijd, dat al die vaagheid en besluiteloosheid onder ons ophouden.“
Geen slappe compromissen
Prof. Bettex is niet de man van de slappe compromissen met het oog op wat vaak genoemd wordt “het bewaren van de eenheid in de gemeente”. Als het nodig is, laat hij de Woorden Gods luid en duidelijk klinken en schroomt niet om afstand te nemen van degenen die dat Woord op de een of andere wijze loochenen. Bijvoorbeeld:
“Als Christus betuigt, dat David in de Psalm 110 van Hem geprofeteerd heeft, en een bekend professor der theologie verklaart niet te kunnen geloven, dat deze Psalm van David is, dan hebben wij met die man afgedaan.”
En als het over Christus gaat, waarvan er helaas inmiddels heel veel dwaalleer is en wordt verkondigt, zegt hij:
“Wie Hem uitstoot uit het Evangelie, kent de weg niet, heeft de waarheid niet, en kan de waarheid niet onderwijzen. Hij is een dwaalleraar en verleidt de zielen. Laat hem varen.“
Laten wij het onduidelijke, onware en laffe woord, de concessie en het compromis van ons werpen, en laten wij gehele en “éénzijdige” Christenen worden!
Goddelijke waarheden niet afhankelijk van meerderheid van stemmen
In de dagen van Bettex, dit boek stamt uit 1907, hoorde hij precies hetzelfde als wij in deze tijd, namelijk dat “de wereld veranderd is”, waarmee men bedoelt dat wat geschreven staat door God Zelf vooral anders bezien moet worden in de praktijk. En zo verandert men – subtiel of juist niet – het onveranderlijke en daardoor waarheidsgetrouwe Woord van God. Bettex:
Ten opzichte van een woordelijke ingeving der Schrift zeggen de wijzen en ook vele zwakke, flauwhartige Christenen: de wereld heeft zich omgewenteld, en “heden ten dage” kan niemand meer gebruiken of geloven, wat de Christenheid 1900 jaren lang met zegen gebruikt en geloofd heeft. Alsof Goddelijke waarheden van volksstemming en meerderheid van stemmen afhankelijk zijn!
Wij aarzelen echter niet te verklaren, dat ieder vers van de profeet Daniël, of van de evangelist Johannes ons onvoorwaardelijk geloofwaardiger is dan de gezamenlijke uitspraken der kritiek. En daarvoor hebben wij goede redenen.
“De kritiek weet niets”
Bettex verklaart: “De kritiek weet niets, en geeft niets.” En: “Wij Christenen houden het daarvoor dat een mens geloven moet wat hij weet, en weten moet wat hij gelooft. “Ik weet wie ik geloofd heb!” roept de apostel.”
“Eén vers van de Schrift is meer waard dan honderd van hun boekdelen. “Dat is dan toch een al te ver gaan in deze Bijbelverering”, roepen hier, evenals bij de veroordeling der gematigde kritiek, de zachtzinnige halven. Neen, niet ver genoeg zijn onder ons nog degenen, die van ieder woord der Psalmen Davids met Jezus zeggen: “De Schrift kan niet gebroken worden?”
Waar dezulken, die het met Christus rotsvast stellen, dat van de wet van Sinaï geen tittel of jota vergaan zal, totdat hemel en aarde voorbijgaan? Waar zijn zij, die geloven, dat ieder woord der profetie even letterlijk vervuld zal worden, als dat Christus aan het kruis edik gedronken heeft, Zijn kleren verloot zijn geworden en Hij bij de rijke begraven werd? Zijn er nog vele Christenen, die werkelijk weten, dat zij, gelijk eens Christus, met tastbaar vlees en been zullen opstaan en met Abraham, Izak en Jakob zullen aanzitten en van de vrucht des wijnstoks zullen drinken?
Heere, kom onze ongelovigheid te hulp! Leer ons, o onze Leraar en Meester, om ook in het geloof aan de Schrift U na te volgen!”
Wetenschap en kritisch onderzoek spreken elkaar tegen
Er is veel te veel dat ik zou willen aanhalen op deze pagina en daarom verwijs ik graag naar de tekst van dit Bettex-boek “Bijbel-geloof en Bijbel-kritiek”. Tot slot nog één oproep van de schrijver, aan ons als “lieve Christenen”:
“Lieve Christenen, laat u toch niet door een onzinnige geestelijke bacillen-vrees uw geloof aan dit “vaste Woord” ontroven, en u, doordat gij u naar elke lege noot der Bijbelkritiek bukt, afhouden om u de bergen van goud en edelgesteenten, die daarin bloot liggen, en voor welker verkrijging het langste leven onmannelijke, onwaardige vrees voor het blote nog te kort ware, ten nutte te maken. Herstelt u van uw woord: “stellige uitkomsten der wetenschap”, “resultaten van kritisch onderzoek”, alsof dat onbedrieglijke dingen waren, terwijl gij toch dagelijks kunt zien, hoe schier allen elkaar tegenspreken hieromtrent, en de een met de wijsheid spot van de ander.
Herstelt u van de armzalige u aanklevende angst, dat uw geloof aan de Bijbel te ouderwets, te onwetenschappelijk is. Het gevaar is niet groot, en gij zoudt u in elk geval in het goede gezelschap bevinden van duizenden van dierbare kinderen Gods, van profeten en apostelen, en van Christus zelf. Het zou er ongelukkig uitzien met uw geloof, als het door de Schriftgeleerden niet veracht werd. ls de dienstknecht meerder dan zijn heer? En roept men met spottende verwondering u toe: “Gij zijt nog waar men voor honderd jaar was!” zo antwoordt goedsmoeds: “Neen, waar men al voor negentienhonderd jaren was.”
.
Stichting Vlichthus
Stichting Vlichthus hecht er grote waarde aan dat deze uitgave bewaard blijft én nog lang tot nut van veel gelovigen (en van degenen die dat willen worden) zal zijn. De spelling van dit boek is in de digitale versie enigszins aangepast aan ons huidige spelling.
.