Uit Israëls geschiedenis – Bettex

Uit Israëls geschiedenis – Prof. F. Bettex – 1911

Uit Israëls geschiedenis

De schrijver F. Bettex (1837 – 1915) is met name bekend vanwege zijn boeken van “natuur-wetenschappelijke” aard. Maar hij betreedt ook andere “literaire bijbelpaden”. Bijvoorbeeld dit boek: “Uit Israëls geschiedenis”. Daarvan zegt de vertaalster Elisabeth Freijstadt in haar voorword het volgende:

Het zijn opstellen over enkele voorvallen “Uit Israëls geschiedenis”, welke de lezer hier worden aangeboden. De schrijver heeft ze oorspronkelijk gebruikt voor de Godsdienstoefening in zijn eigen gezin, en achtereenvolgens werden ze in diverse bladen gepubliceerd. Op herhaald verzoek werden ze daarna in een bundel verenigd en in boekvorm ter perse gelegd.

Men begrijpt vanzelf, dat de inhoud van zuiver stichtelijke aard is en dus een goede afwisseling biedt met de werken van natuur-wetenschappelijke of polemische aard (een duidelijke stellingname) van de geniale schrijver. Onnodig te zegt dat Bettex’ Schriftbeschouwingen treffend en leerrijk zijn.

Een kostelijk boekje! Men leze, oordele en geniete.”

De zonen van Aäron, onrein reukwerk op vreemd vuur

En dat is absoluut zo. Bettex weet weer te boeien met slechts een paar beleefde geschiedenissen van het volk Israël. Hij weet daarbij een toepassing te maken naar de actualiteit. Die dateert inmiddels van ruim 100 jaar terug, maar wat ons – als principe – gepresenteerd wordt, is zeker niet minder herkenbaar in onze tijd. Bijvoorbeeld wat er gezegd wordt over “vreemd vuur”, dat voorkomt in de leerzame geschiedenis van de zonen van Aäron.”

De zonen van Aäron namen vreemd vuur “en leiden reukwerk daarop.” Dat kunnen ook wij! Zo wij slechts reukwerk op onze met vreemd vuur gevulde wierookvaten leggen, en ze dan vroom en plechtig voor het altaar heen en weer bewegen, dan geloven wij iets groots en Gode welbehaaglijks te doen. Men gaat bij rechtvaardigen en onrechtvaardigen, bij Christenen en Godloochenaars met lastige aandrang om geld vragen voor kerk en zending, en houdt dan zalvende, stichtelijke inwijdingsredenen. Hoeveel vrome wierook wordt daar niet op het vreemde vuur verkwist en misbruikt! Men organiseert bazars voor weldadige doeleinden, voor de bouw van kinderasielen, kindertehuizen, enzovoorts; en Christenvrouwen en jonkvrouwen lenen er zich toe, om in fraai toilet, met innemende, valse glimlachjes en gemaakte lieftalligheid voor meestal nutteloze en waardeloze dingen geld, zo mogelijk, véél geld, uit de zak van geblaseerde wereldlingen te krijgen, die er heengaan om een uur lang de leegte en de verveling van hun bestaan te vergeten. Onrein reukwerk op vreemd vuur! En wat zal men van de gewetenloze, uitbundige lof toezwaaiende recensies in zovele Christelijke bladen van zouteloze, zedelijke knoeiwerken of psychologisch verdorven, zogenaamd Christelijke, romans zeggen? Of men doet zijn best om illustere namen te verkrijgen, bestelt beroemde predikers, die origineel en pakkend spreken, en zo krijgt men dan volle kerken! Reukwerk op vreemd vuur!

Jezus Christus en Dien gekruisigd

Professor Bettex geeft bij dit thema het voorbeeld van de apostel Paulus. Hij brengt ons deze geweldige woorden van de apostel in de herinnering: “Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u, dan Jezus Christus, en Dien gekruisigd.” Paulus ging het niet om fraaie woorden omtrent “menselijke wijsheid”. De onversneden verkondiging van Christus – de Waarheid – was zijn doel en dat zou het ook voor alle gelovigen moeten zijn. Bettex:

Waarlijk, de apostel Paulus zou in Rome buitengewone, en zeer “actuele” onderwerpen voor pakkende redevoeringen volop gehad kunnen hebben; hij zou over Nero’s rijkdom, lusten en wreedheid, over de ongelooflijke zedeloosheid der senatoren en der Romeinse dames, over het ontzettende, brandende vraagstuk der slavernij sensationele straatpredicaties hebben kunnen houden en sociale brieven hebben kunnen schrijven! Maar daarover zwijgt hij. Hij beroemt er zich op niets anders te weten dan Jezus Christus, en dien gekruisigd. Hij veracht “de beweeglijke woorden der menselijke wijsheid.” (1 Korinthe 2 : 4) Wanneer zal ook onder ons wederom de waarheid ongekunsteld en onopgesmukt, eenvoudig, kuis en met majesteit verkondigd worden, en zich door zich zelf bewijzen aan hen, die uit de waarheid zijn? Al het gemaakte en gedwongene en sensationele, het vleien en lokken der lieden is niet uit de waarheid, is voor God vreemd vuur. “Het koninkrijk Gods komt niet met uiterlijk gelaat.” 

Balak en Bileam

Uit Israëls geschiedenis geeft ons ook het verslag van Balak, de koning der Midianieten en de door hem geraadpleegde profeet-tegen-wil-en-dank: Bileam. Deze werd door Jehovah gebruikt om het tegenovergestelde te profeteren dan wat gevraagd was en waarvoor hem een beloning in het vooruitzicht was gesteld. Wat leert Bettex ons uit deze geschiedenis? Bijvoorbeeld dit:

Zoveel is duidelijk: God eist, dat wij onze wil geheel en volstrekt aan de zijnen onderwerpen, en dan wel van ganser harte, niet als een hard moeten, maar als een zalig mogen, uit het besef, dat Zijn wil goed, heilig en volmaakt is, maar dat de onze boos is van onze jeugd af. Maar als de mens nu zijn wil in de wil van God stelt, dan schenkt God hem daarvoor een macht van de eigen wil, en wederom in, en met God.

Met Bileam liep het uiteindelijk niet goed af. Hij werd gedood en daarvan zegt Bettex, tot slot van dit hoofdstuk:

Die arme mens wilde – en vele anderen doen het hem na, – het onmogelijke doen, Jehovah en de mammon, God en de duivel dienen.

Gideon en de Midianieten

Maar liefst twee hoofdstukken besteedt Bettex aan Gideon en de Midianieten. Dat brengt ons in Richteren, hoofdstuk 6 t/m 8, waar ook de keuze van Jehovah voor slechts 300 strijdbare mannen wordt verhaald. Daarmee is het God – niet de mens – Die de overwinning op de Midianieten bewerkstelligt. Het is een prachtige geschiedenis, waar ook de gelovigen in deze tijd zich door gesterkt zullen weten. Mede door deze tot nadenken stemmende woorden van Bettex:

“Wonderbaar doen van God! Kon de engel zelf Israël niet redden, de kinderen van het Oosten niet verslaan, en met bliksemend aangezicht Midian vernietigen? Waarom niet? Maar het behaagt Gode zich van ons te bedienen, om Zijn plannen ten uitvoer te brengen. “Wij zijn Gods medearbeiders!” roept de apostel juichend.”

Kinderen des almachtige en alwijze God

Heerlijk te weten dat wij mogen deelhebben aan Gods Werk, in welke vorm dan ook. Dat geeft ons richting, maar wijst ons ook op onze verantwoordelijkheid om alleen Gods wil te doen en niet die van mensen of van onszelf. Dat is dé taak van de “kinderen des almachtige en alwijze God”. Prof. Bettex besluit zijn “Uit Israëls geschiedenis” met:

Maar wij, kinderen des almachtige en alwijze God, geloven, waar wij niet zien, hopen, waar de wereld versaagt, en “verwachten een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waarin gerechtigheid woont.”


.


Stichting Vlichthus

Stichting Vlichthus hecht er grote waarde aan dat deze uitgave bewaard blijft én nog lang tot nut van veel gelovigen (en van degenen die dat willen worden) zal zijn. De spelling van dit boek is in de digitale versie enigszins aangepast aan ons huidige spelling.

.


Uit Israëls geschiedenis – Bettex