De dertiende stam – Koestler

De dertiende stam – vertaling van The Thirteenth Tribe – 1976 – Arthur Koestler

dertiende stam

In de 8e eeuw n.Chr. stond één koninkrijk alleen tussen het bedreigde christelijke Byzantijnse Rijk en de oprukkende Arabische macht. De koningen waren briljant in diplomatie, de legers waren onverschrokken in de strijd, de invloed op de westerse geschiedenis was immens – en de religie was Joods …

Rond de tijd dat Karel de Grote tot keizer van het Westen werd gekroond, werden de oostelijke grenzen van Europa tussen de Kaukasus en de Wolga geregeerd door een Joodse staat, bekend als het Khazaren-rijk. 

Frederik de Grote

Naar verluidt vroeg Frederik II van Pruisen (Frederik de Grote 1712-1786) aan zijn hofprediker bewijs voor het bestaan van God: “Zeg mij in weinig woorden een bewijs van het bestaan van God“. Het antwoord van de hofprediker was zeer kort: “Majesteit, de Joden!

De redenering moet simpel zijn geweest. Het feit dat de Joden nog bestaan in de 18e eeuw, kan niet anders dan van Godswege zijn. Normaal gesproken had men namelijk alle verwoede pogingen om hen als volk uit te roeien nooit kunnen overleven. En dit was nog voor de Russische burgeroorlog en de Tweede Wereldoorlog…

Waar zijn de Joden?

Waar zijn de Joden? Volgens de Bijbel bevinden zij zich overal ter wereld als gevolg van de “diaspora” (verstrooiing” of “uitzaaiing“). Die begon, in de periode 606-587 B.C, van Godswege bij de wegvoering van Joden vanuit Jeruzalem naar Babel en de uiteindelijke vernietiging van de stad. Daar bleef het niet bij, zo getuigt de geschiedenis.

Deze verstrooiing, van een volk zonder eigen land, zou in stand blijven tot na de wederkomst van de Here Jezus Christus, leert de Bijbel. Het einde van deze verstrooiing en de daaropvolgende terugverzameling, staan dus nog te gebeuren.

Wie zijn de Joden?

Over wie “de Joden” zijn is heel veel gezegd en gepubliceerd. Oorspronkelijk gaat het over de afstammelingen van Juda, de vierde zoon van Jakob en Lea. (Genesis 29 : 35) Zijn naam wordt maar liefst 772 keer genoemd in de Bijbel (Statenvertaling).

De Here Jezus was uiteindelijk de ultieme Erfgenaam uit de geslachtslijn van Juda. (Lukas 3) In die zin was Jezus een Jood, namelijk een rechtstreekse afstammeling van Juda, die op zijn beurt een afstammeling is van Sem, één van de drie zonen van Noach, die met hem de vloed van die dagen overleefden. Cham en Jafeth zijn de namen van de andere twee.

Afstammelingen van Juda

Of iemand in deze tijd een natuurlijke (laat staan een “zuivere”) afstammeling van Juda is en daarom met recht “Jood” genoemd mag worden, is met geen mogelijkheid meer te bepalen, op een hoogst zeldzame uitzondering na. Dat kan niemand serieus claimen en ook geen eventuele rechten of een bepaalde uitverkoren status aan verbinden. Blz. 131:

Kortom, aan het begin van de diaspora waren de Israëlieten al een volledig gehybridiseerd ras. Dat gold natuurlijk ook voor de meeste historische volkeren, en dit punt zou niet benadrukt hoeven te worden als er niet de hardnekkige mythe bestond dat de Bijbelse stam zijn raciale zuiverheid door de eeuwen heen had bewaard.

De jood in de religieuze zin van het woord

Wat betreft het “jood zijn” in de religieuze betekenis van het woord, dat daarom in onze taal met een kleine “j” geschreven wordt, is het veel eenvoudiger. De “joodse religie”, voornamelijk bekend als het “judaïsme”, als verreweg de grootste stroming, waarvan de Here Jezus op aarde nadrukkelijk géén deel uitmaakte, is in de geschiedenis goed terug te vinden. Uiteraard zijn er verschillende zienswijzen op wie er toe behoren en waar zij te vinden zijn.

Het “joodse geloof” staatsgodsdienst in het Khazaren-rijk

dertiende stam

Het boek van de Hongaar Arthur Koestler “The Thirteenth Tribe” (“De dertiende stam“) geeft een uitstekend overzicht wat betreft de religieuze kant van het jood zijn. Hij concentreert zich op het grote Khazaren-rijk, dat in ± 740 n.Chr. het “joodse geloof” aannam. Blz. 3:

Een paar jaar later, waarschijnlijk in 740 n.Chr., omarmden de koning, zijn hofhouding en de militaire heersende klasse het joodse geloof, en werd het jodendom de staatsgodsdienst van de Khazaren.

De Derde Macht

Koestler laat zien hoe dat in z’n werk ging en dat mag je best “bijzonder” noemen. Blz. 35 van “De dertiende stam”:

Aan het begin van de 8e eeuw was de wereld gepolariseerd tussen de twee supermachten die het christendom en de islam vertegenwoordigden. Hun ideologische doctrines waren verweven met machtspolitiek, die werd gevoerd met de klassieke methoden van propaganda, subversie en militaire verovering. Het Khazaarse Rijk vertegenwoordigde een Derde Macht, die zich aan beide had bewezen, zowel als tegenstander als bondgenoot. Maar het kon zijn onafhankelijkheid alleen behouden door noch het christendom noch de islam te accepteren. Beide keuzes zouden het land automatisch ondergeschikt maken aan het gezag van de Romeinse keizer of de kalief van Bagdad.

Geen Semieten

Men koos dus heel pragmatisch voor de joodse religie en zo ontstond er in ieder geval een “joodse natie”. Maar dan toch niet een “Joodse natie”, want in een eeuwenoude briefwisseling (954-960 A.D.) tussen Khazaren-koning Jozef en Hasdai Ibn Sjaproet, de Joodse minister-president van de kalief van Córdoba, laat Jozef weten dat hij en zijn volk níet tot de stam van Juda behoren en dus ook geen “Semieten” zijn. Op bladzijde 45 van het boek staat:

Afstammelingen van Jafeth, Togarma (Genesis 10) en Khazar

Jozef gaat vervolgens over tot een genealogie van zijn volk. Hoewel hij een fervent Joods nationalist is, trots op het hanteren van de “Scepter van Juda”, kan en wil hij niet beweren dat zij Semitische afstamming hebben; hij voert hun voorouders niet terug tot Sem, maar tot Noachs derde zoon, Jafeth; of preciezer tot Jafeths kleinzoon, Togarma, de stamvader van alle Turkse stammen. “We hebben in de familieregisters van onze vaderen gevonden,” beweert Jozef stoutmoedig, “dat Togarma tien zonen had, en de namen van hun nakomelingen zijn als volgt: Oeigoeren, Dursu, Avaren, Hunnen, Basilii, Tarniakh, Khazaren, Zagora, Bulgaren, Sabir. Wij zijn de zonen van Khazar, de zevende …”

Waar zijn de Kharzaarse joden gebleven?

Het rijk der Khazaren floreerde lange tijd, wellicht tot in 12e eeuw, maar daarna verdween het van de kaart. Hoe dat in z’n werk ging wordt in het boek besproken. Deze joden kwamen dus eveneens in de verstrooiing terecht. Blz. 90 en 95:

Het is de laatste vermelding van de Khazaren als natie en dateert uit de periode 1245-1247. Tegen die tijd hadden de Mongolen de Kumanen al uit Eurazië verdreven en het grootste nomadenrijk tot dan toe gesticht, dat zich uitstrekte van Hongarije tot China.

… de Khazaren na de nederlaag tegen de Russen in 965 hun rijk verloren, maar hun onafhankelijkheid binnen nauwere grenzen en hun joodse geloof tot ver in de 13e eeuw behielden.

Asjkenazische Joden in Oost-Europa en wereldwijd

De joodse emigranten uit Khazaria vonden in Oost-Centraal-Europa een nieuw thuis. Die lijn wordt verder gevolgd in het boek en dan blijkt – onderbouwd – dat zij, wat inmiddels heet de “Azjkenazische Joden” (zie blz. 126), verreweg het grootste aandeel hebben in wat wij kennen als het “jodendom”, waar ook – onder andere – de Sefardische Joden (van oorsprong in Spanje en Portugal) deel van uitmaken. Blz. 5:

… zowel wat betreft het probleem van de relaties tussen het Khazaarse Jodendom en andere Joodse gemeenschappen, als wat betreft de vraag hoe ver we kunnen gaan met het beschouwen van dit [Khazaarse] Jodendom als de kern van de grote Joodse nederzetting in Oost-Europa. … De afstammelingen van deze nederzetting – zij die bleven waar ze waren, zij die emigreerden naar de Verenigde Staten en andere landen, en zij die naar Israël gingen – vormen nu de grote meerderheid van het wereldwijde Jodendom.

De betekenis van “antisemitisme”

De bevindingen van dit boek t.o.v. de term “antisemitisme” (letterlijk “haat jegens Semieten“) luiden, blz. 5:

Dit werd geschreven voordat de volledige omvang van de Holocaust bekend was, maar dat verandert niets aan het feit dat de overgrote meerderheid van de overlevende Joden wereldwijd van Oost-Europese – en dus mogelijk voornamelijk Khazaarse – afkomst is. Zo ja, dan zou dit betekenen dat hun voorouders niet van de Jordaan kwamen, maar van de Wolga, niet van Kanaän, maar van de Kaukasus, waarvan ooit werd aangenomen dat het de bakermat van het Arische ras was; en dat ze genetisch gezien nauwer verwant zijn aan de Hunnen, Oeigoeren en Magyaren dan aan het nageslacht van Abraham, Izak en Jakob.

Mocht dit het geval blijken te zijn, dan zou de term “antisemitisme” zijn betekenis verliezen, gebaseerd op een misvatting die zowel de moordenaars als hun slachtoffers deelden. Het verhaal van het Khazaarse Rijk, dat langzaam uit het verleden tevoorschijn komt, begint te lijken op de meest wrede hoax die de geschiedenis ooit heeft gepleegd.

Interessante wetenswaardigheden

Het boek “De dertiende stam” (159 pagina’s) kent tal van interessante wetenswaardigheden voor wie interesse heeft in de geschiedenis omtrent de “Joden”, dan wel de “joden”. Het geeft in ieder geval meer inzicht in de veelbesproken en -beschreven kwestie van “de Joden in de diaspora”.

Daarnaast komt de ontstaansgeschiedenis van Rusland, waar de Vikingen een rol in spelen, aan de orde in dit boek.


.


Stichting Vlichthus

Stichting Vlichthus hecht er grote waarde aan dat deze uitgave bewaard blijft.Publicatie betekent niet automatisch dat álles in dit boek onderschreven wordt door vertaler en uitgever.

.


De dertiende stam