De Pelgrimskerk – vertaling van The Pilgrim Church – 1945 (1e druk: 1931) E. H. Broadbent
Edmund Hamer Broadbent


Edmund Hamer Broadbent (1861-1945) was een christelijke missionaris en auteur. Hij wordt beschreven als een nette Engelse heer, een boekenwurm, die manieren ontdekte om landen binnen en buiten te glippen waarvan anderen dachten dat het “gesloten deuren” waren. Hij was geen gefortuneerd man, en zijn aangename, ongedwongen manier van doen roept niet het beeld van de onverschrokken missionaris op.
Broadbent, geboren in Lancashire, Engeland, opereerde onder auspiciën van de Plymouth Brethren-beweging. The Pilgrim Church (De Pelgrimskerk) werd voor het eerst gepubliceerd in 1931. Het is een alternatieve geschiedenis van de kerk, die niet is vastgelegd in de wereldlijke geschiedenis.
Het nieuwtestamentische kerkpatroon volgen
Het beslaat de geschiedenis door de eeuwen heen van vele kleine kerken, die hebben geprobeerd het nieuwtestamentische kerkpatroon te volgen en vertelt over het succes van kerken die het door de apostelen uiteengezette patroon volgden en de gevolgen voor de kerken die van dat patroon afweken.
Broadbent bestudeert breed diverse groepen, zoals de Pauliciërs, de Bogomielen, de Nestorianen, de Waldenzen, de Doopsgezinden, de Hutterieten, de Methodisten, de Russische Mennonieten en de Mennonitische Broeders. Hij classificeerde vroege primitieve kerken als Doopsgezinden, en als Moravische Broeders, de historische Broederschapsbeweging.
Waldenzen, Lollards, Stundinsten, Hernhutters, Wederdopers, Mennonieten
Wie zijn de Waldenzen? De Lollards? De Stundisten? De Hernhutters? De wederdopers? De Mennonieten? Dit waren namen die werden gegeven aan hen die alleen de naam van Christus claimden en bereid waren voor Zijn zaak te lijden in plaats van zich te onderwerpen aan die door mensen bedachte tradities, waarvan zij geloofden dat ze het Woord van God tegenspraken.
Bladzijde 212: “Degenen die Waldenzen, of wederdopers, werden genoemd, en anderen met een soortgelijk karakter, waren geen hervormers van de Rooms-Katholieke Kerk, noch, later, van de Lutherse en Gereformeerde Kerken. Hun oorsprong lag eerder en zij zetten hun primitieve Bijbelse leringen en praktijken voort van daarvoor, en daarna door de tijden van de opkomst en vooruitgang van die later ontwikkelde gemeenschappen.”
Een overblijfsel van trouwe gelovigen
Broadbent’s stelling is dat God door de eeuwen heen een overblijfsel van trouwe ondergrondse gelovigen heeft bewaard, die uitsluitend vertrouwden op de Geest en strikte Bijbelse leringen, en zich verzetten tegen de institutionalisering van de Rooms-Katholieke Kerk en ook de daaropvolgende instituten.
Hij reist in zijn boek “De Pelgrimskerk” methodisch door de eeuwen heen, van Christus tot ongeveer het jaar 1900, en belicht individuen en groepen die lijken te passen in het plaatje van het ware christendom.
Ritualisme en rationalisme
Broadbent karakteriseert het ritualisme en het rationalisme als twee grote stromingen in de “kerkgeschiedenis”:
“Zoals het ritualisme het aan de geestelijkheid te danken had dat het effectief werd als middel om zondaars van de Verlosser af te houden, zo heeft het hedendaagse rationalisme zijn wijdverspreide populariteit, en zijn vermogen om massa’s in ongeloof te houden, te danken aan het feit dat het de geestelijke en theologische geest in zijn greep kreeg en degenen die het aannamen tot intellectuele leiders van het volk leek te maken.“
“De rationalistische leer heeft Hem gereduceerd tot een goed mens, vaak ten onrechte, hoewel een voorbeeld voor onze navolging.”
“De hoop en verwachting van de komst van de Heer om te regeren zijn verloren gegaan voor hen die niet weten Wie het was die kwam om te lijden.”
Conclusies
Aan het einde van zijn boek concludeert Broadbent o.a.:
“Als we de lange weg overzien die de Pelgrimskerk al heeft afgelegd, vallen bepaalde opvallende punten op. Boven de massa details uitstijgend, die destijds zo aangrijpend waren voor degenen wier leven de weg vormde, eisen ze terecht de aandacht op, want ze maken van de ervaring van de weg die achter hen ligt een leidraad voor de weg die voor hen ligt.“
“Ten eerste beschikt de Pelgrimskerk in de Schrift over een veilige en voldoende gids voor de hele periode van Pinksteren tot op heden, en heeft ze de zekerheid dat deze zal volstaan totdat de lamp, die schijnt in een donkere plaats, zal verbleken bij de verschijning van Hem die het Levende Woord is, en wel voor de glorie van de verschijning.” (2 Petrus 1 : 19)
In de wereld, maar niet ván de wereld
“Een tweede is dat de Pelgrimskerk gescheiden is van de wereld; hoewel ze er ín is, is ze niet ván wereld. Ze wordt nooit een aardse instelling. Hoewel ze een getuige is naar de wereld en een zegen in de wereld, vermanen de pelgrims elkaar toch, aangezien de wereld die Christus kruisigde niet verandert en de discipel graag als zijn Meester wil zijn, met de woorden: “Laten we daarom buiten de legerplaats naar Hem toegaan en zijn smaad dragen. Want hier hebben we geen blijvende stad, maar we zoeken er een die komen zal.” (Hebreeën 13 : 13, 14)
Allen die de Weg des Levens bewandelen erkennen als onze medepelgrim
“Een derde is dat de Kerk één is. Voor zover we onszelf als leden van de Pelgrimskerk kennen, erkennen we allen die de Weg des Levens bewandelen als onze medepelgrims. Voorbijgaande verschillen, hoe groot ze op dat moment ook zijn, vervagen naarmate we de hele pelgrimstocht voor ons zien. In de diepste nederigheid, terwijl we denken aan de nietigheid van ons eigen deel, en met oprechte vreugde in onze medemensen, erkennen we hen als zodanig.”
Eén Lichaam, waarvan de Here Jezus Christus het Hoofd is
Het boek “De Pelgrimskerk” geeft Christenen een waardevolle blik in de boeiende geschiedenis van de Gemeente van Christus. Uiteraard ter lering dat alle gelovigen in Christus deel uitmaken van Eén Lichaam, waarvan de Here Jezus Christus het Hoofd en dus “de aansturing” is. De apostel Paulus zegt daarover in Efeze 4 : 1-7:
Zo bid ik u dan, ik, de gevangene in den Heere, dat gij wandelt waardiglijk der roeping, met welke gij geroepen zijt;
Met alle ootmoedigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, verdragende elkander in liefde;
U benaarstigende te behouden de enigheid des Geestes door den band des vredes.
Een lichaam is het, en één Geest, gelijkerwijs gij ook geroepen zijt tot één hoop uwer roeping;
Eén Heere, één geloof, één doop,
Eén God en Vader van allen, Die daar is boven allen, en door allen, en in u allen.
Maar aan elkeen van ons is de genade gegeven, naar de maat der gave van Christus.
.
Stichting Vlichthus
Stichting Vlichthus hecht er grote waarde aan dat deze uitgave bewaard blijft.Publicatie betekent niet automatisch dat álles in dit boek onderschreven wordt door vertaler en uitgever.
.